Kai op het HUB-Congres
XTNT werkt al geruime tijd aan hubs. We hebben het daarbij via communicatiekanalen zoals onze site en onze podcast regelmatig over de hub-paradox. Kai Feldkamp mocht afgelopen week spreken op het HUB-congres om daar een interessante discussie aan te gaan over dit onderwerp.
De potentiële toegevoegde waarde van hubs is niet moeilijk te begrijpen. Onder andere gemeenten en provincies, maar ook private partijen richten zich op hubs om interessante alternatieven voor de auto te bieden. Toch leveren hubs tot op heden gemengd succes op. Veel hubs bestaan al, sommige zelfs al heel lang, maar lang niet overal zijn ze die onmisbare schakel die de ketenreis aan elkaar koppelt. Deze hub-paradox levert interessant materiaal op voor een goed gesprek. Tijdens het HUB-congres namen dan ook meer dan 60 mobiliteitsexperts deel aan de sessie van Kai.
Overstappen? Niet voor iedereen!
Een hub is een punt waar wordt overgestapt. En in dat overstappen zit tegelijkertijd het grootste bezwaar tegen de hub: want niemand gaat op reis om over te stappen. Maar wie is nou eigenlijk die overstapper en wat zijn de kenmerken van de overstapper volgens de mobiliteitsexperts? De meest genoemde kenmerken zijn te vinden in het woordenweb: overstappers zijn vaak jong, milieubewust, hoogopgeleid, forens of student, zijn goed ter been en hebben ervaring met het OV.

Dit roept natuurlijk de interessante vraag op welk deel van de potentiële doelgroep hieraan voldoet. En de vraag of en met welke middelen een maximaal aantal potentiële overstappers kan worden verleid de hub ook daadwerkelijk in de praktijk te gebruiken.
Wat maakt een succesvolle hub?
Het succes van een hub wordt natuurlijk bepaald door een combinatie van verschillende aspecten. We vroegen de experts verschillende aspecten te rangschikken naar belang (zie afbeelding hiernaast). Vooral de locatie van de hub, de keuzes in het natransport en een eenvoudige overstap naar een andere modaliteit als belangrijkste aspecten.

Hoewel dit zeker belangrijke aspecten zijn die het succes van een hub bepalen, denken we bij XTNT dat er een belangrijk aspect is dat wat ons betreft in de top 2 mag. Onze visie en ervaring leert ons dat vooral een scherp beeld van de doelgroep cruciaal is voor het succes van de hub. Met goed doelgroepenonderzoek wordt het mogelijk motieven en weerstanden te bepalen die gedragsverandering in de hand werken – of juist tegengaan. Deze bieden een stevig fundament om de hub zo in te richten dat hij maximaal aansluit bij de wensen van de doelgroep. Zo vraagt een hub voor dagelijkse forenzen om andere faciliteiten dan de hub voor de bezoekers van een winkelgebied. Een goed beeld van de doelgroep op een specifieke hub-locatie helpt om een succesvolle hub mogelijk te maken.
Experimenteren
Onderzoeken is goed, maar: ‘The proof of the pudding is in the eating’ zeggen onze Britse collega’s. Om het risico op falen van een hub te minimaliseren is experimenteren essentieel. Dat betekent klein beginnen, monitoren, bijsturen en dan pas opschalen om zo de kansen in jouw stad of regio maximaal te benutten. Met experimenten vergaar je vroegtijdig praktijkkennis en voorkom je mogelijke problemen die ontstaan bij een te grote schaalsprong. Om meters te maken is het lef nodig om klein te starten, op een moment dat nog lang niet alles helder is. En de bereidheid om daarna ook rigoureus bij te sturen als dat nodig blijkt. Een voorbeeld. Maar al te vaak begint een project voor het realiseren van een hub met een beschikbaar stukje grond waar deze kan worden gerealiseerd. Als vervolgens blijkt dat die locatie toch echt niet aansluit bij de beoogde doelgroep zijn leiderschap en samenwerken nodig om het toch anders te doen.
Meer weten?
Spreekt onze aanpak je aan? Wil je van gedachten wisselen, er meer over weten of samen met ons de hub-paradox doorbreken? Neem dan contact op met Kai.