Gepubliceerd op 15-03-2023 om 13:09
Kirsten – 5 jaar verkeerspsychologie in de praktijk
Zo’n vijf jaar geleden liep ik ons kantoor binnen voor de allereerste dag van mijn afstudeerstage. Met theorie op zak, ging ik voor het eerst écht aan de slag in de praktijk! Van stagiaire groeide ik door naar fulltime verkeerspsycholoog en binnenkort maak ik de overstap naar… fulltime reiziger. Na ruim 5 jaar vertrek ik bij XTNT en ga ik samen met mijn vriend voor onbepaalde tijd op reis. Maar niet voordat ik terugblik op de lessen die ik in de praktijk leerde. Want gedragsverandering is en blijft een uitdaging, zéker in de complexe verkeerswereld!
“Ze rijden hier zo hufterig, het probleem zit hem in het gedrag!” of “We willen de Nederlander vaker op de fiets hebben, dat vraagt om een gedragsaanpak”. Dit zijn zomaar twee situaties die regelmatig worden gevolgd door een vragende blik naar mij. Want: als verkeerpsycholoog hou je je bezig met dit soort gedragsvraagstukken. Maar ook míj brak af en toe het zweet uit. Want ja, ik ben gedragspsycholoog, maar zelfs met de theorie op zak blijkt het antwoord op zulke grote gedragsvraagstukken een uitdaging.
Vijf lessen om aan de slag te gaan met verkeerspsychologie
Als net-vers-van-de-pers-psycholoog twijfelde ik af en toe aan mijzelf want: ligt het dan aan mij dat ik geen antwoord op een presenteerblaadje klaar heb liggen? Maar in de ervaring die ik de afgelopen jaren opdeed leerde ik al snel:
1. Nee, het ligt niet (altijd) aan mij; áls er een voor de hand liggend antwoord was, dan was het probleem geen probleem geweest;
2. De vraagstelling maakt het probleem nog groter.
Met die laatste stelling zal ik vast (opnieuw) wat vragende blikken oproepen. Maar ik zal het proberen uit te leggen aan de hand van vijf lessen die ik heb geleerd bij het toepassen van gedragsoplossingen in de praktijk. Als je deze vijf lessen meeneemt en toepast in de praktijk, kun je wel degelijk aan de slag met ingewikkelde gedragsvraagstukken!
1: Breng het probleem in kaart
Als verkeerspsycholoog word je vaak ingeschakeld op het moment dat er behoefte is aan een oplossing. Op zich heel logisch. Maar vanuit gedragsoogpunt mis je dan vaak nog belangrijke informatie die op het eerste gezicht misschien wel erg vanzelfsprekend lijkt. Namelijk antwoord op de vragen: wat is exact het gedragsprobleem? Ís het eigenlijk wel een (gedrags-)probleem? En is dít het probleem waarmee we aan de slag willen om het gewenste resultaat te bereiken?
Dit is mooi uit te leggen aan de hand van snelheidsproblematiek. Waar het op het eerste gezicht namelijk een simpel probleem lijkt (‘bewoners klagen dat automobilisten te hard rijden op deze weg’), kan het in de werkelijkheid wel eens een stuk ingewikkelder liggen: waar wordt er precies te hard gereden? Door wie? Wanneer? Waarom en vooral: wordt er daadwerkelijk te hard gereden? Of is er sprake van geluidsoverlast door bijvoorbeeld hard optrekken? Bewoners ervaren dit probleem vaak als hardrijden, maar het daadwerkelijke probleem ligt anders. Daarnaast kun je je de vraag stellen: ís het een probleem? Dit kun je bepalen door het probleem verder uit te pluizen: hoeveel procent van de automobilisten rijdt te hard? Hoe ernstig is die snelheidsovertreding dan precies? Voor wie is dit dan precies een probleem?
Het lijkt misschien overdreven om zo diep in te gaan op een ‘simpel’ probleem, maar in de praktijk blijkt vaak dat dit een ander licht op de situatie werpt en daardoor soms tot andere, betere oplossingen leidt.
2: Betrek (ook) de échte experts
Strategisch adviseurs, verkeerspsychologen, communicatieadviseurs, beleidsadviseurs en politie. Zomaar een greep uit de experts die we vaak betrekken bij het bedenken van oplossingen. En hoewel daar ook vaak, in theorie, interessante oplossingen uit volgen: de oplossing valt en staat met de doelgroep zelf. Daarom is het essentieel om je minimaal af te vragen: zitten zij hier wel op te wachten? Maar het beste werkt het om sámen met bewoners, automobilisten, basisschoolkinderen, werknemers, of wie je doelgroep dan ook is, aan de slag te gaan met een oplossing. Zij hebben immers dagelijks te maken met de problematiek of gedragsuitdaging en zijn daarmee de échte experts.
3: Kies voor maatwerk
Vanuit de gedragspsychologie zeggen we vaak: maak het verzoek niet te groot als je gedrag wil veranderen. Maar dit geldt niet alleen voor de gedragstechniek zelf, het geldt ook voor de probleemstelling: Hoe meer afgebakend, hoe gerichter interventies kunnen worden ingezet. Ja, je kunt wel íets met een brede campagne waarmee je iedereen probeert aan te spreken, maar de weg naar gedragsverandering is dan nog lang. Wellicht helpt een algemene campagne om een aantal mensen dat laatste duwtje in de rug te geven, maar voor een groot deel van je doelgroep is meer nodig. Wil je dus een groter effect? Dan zul je bij specifieke doelgroepen aan de slag moeten met gerichte interventies. Niet gelijk een hele stad op de fiets dus, maar begin bijvoorbeeld bij één school en bouw dit steeds verder uit. Hou naast een hoogover campagne óók aandacht voor gerichte gedragsinterventies. Dan bereik je het meeste effect.
4: Evalueer het gedrag
Om te weten welk effect een ingezette maatregel heeft, is het essentieel om een (gedrags)meting uit te voeren. Daar wordt helaas niet altijd voor gekozen. Soms omdat er te weinig budget voor is, maar soms ook omdat gedragsmaatregelen meer worden ingezet voor de zichtbaarheid (‘kijk, we doen iets met verkeersveiligheid’) dan voor het daadwerkelijke effect. Zonde! Want zo blijf je het wiel opnieuw uitvinden. Door te meten, weet je waar mogelijke verbeteringen mogelijk zijn en of de maatregel voor herhaling vatbaar is. Een gedragsmeting hoeft niet groot; afhankelijk van de maatregel kan een korte (online) enquête of een uur observeren al waardevolle inzichten bieden.
5: Soms is er geen (makkelijke) oplossing
En tot slot: soms ligt de sleutel niet binnen de verkeerswereld. Soms uit problematiek zich in het verkeer, maar zien we dat probleemgedrag ook in andere domeinen terugkomt. Denk aan hufterig gedrag in het verkeer. Het is dan soms symptoombestrijding om de problematiek slechts vanuit verkeer aan te pakken. Dit vraagt om een integrale aanpak, bijvoorbeeld juist vanuit het sociaal domein, of in samenwerking met handhaving.
Daarbij blijft soms het ‘ongewenste’ gedrag erg aantrekkelijk, maar zijn we huiverig om daar ontmoedigingsmaatregelen op in te zetten. Denk daarbij aan mobiliteitstransitie: We willen het gewenste gedrag, zoals fietsen, vooral aantrekkelijker maken, maar willen niet altijd iets doen om de auto ook echt ónaantrekkelijker te maken. Begrijpelijk, maar dit maakt effectieve gedragsverandering soms lastig.
“Gedrag veranderen begint bij mensen begrijpen”
Deze uitspraak gooi ik er regelmatig in, sinds ik in de wereld van gedragsverandering stapte. Maar, nu na 5 jaar en met een blik op deze lessen is het denk ik tijd om hier een kleine wijziging in aan te brengen. Dus bij deze: “Gedragsverandering begint bij het begrijpen van de mens én de situatie rond het gedragsprobleem”. (Ja… dat rolt er misschien net wat minder vlot uit maar dat neem ik dan voor lief).
Naast deze lessen is een ding zeker; in mijn tijd bij XTNT heb ik als geen ander kunnen zien dat er (gelukkig) groeiende aandacht is voor gedrag binnen de verkeerswereld. Mooi om te zien dat we hier als XTNT in vooroplopen en ik kan alleen maar hopen dat deze trend zich voort blijft zetten de komende jaren!
Het blijft voor mij dan ook dubbel om deze baan als verkeerspsycholoog op te zeggen en mijn leuke collega’s achter te laten. Maar; ik weet zeker dat er aan de andere kant van de wereld ontzettend toffe avonturen staan te wachten! En wie weet welke ervaring ik weer mee terugbreng om hier in Nederland de gedragswereld weer een stukje te verrijken!
En, niet onbelangrijk: er komt bij XTNT nu een stoel vrij voor een ervaren gedragspsycholoog! Kijk snel naar de vacature!
– Kirsten