Van droom-juf tot strategisch verbinder mét een liefde voor Afrika. Wie haar een beetje kent, weet: Marjolein Brandt is veel meer dan verkeerskundige. Ze is een wereldreiziger, een veranderaar, een denker én een doener. Deze vrijdag nemen we je mee in haar verhaal. Over poppenklassen, tunnels, dankbaarheid en vrouwencirkels. En hoe dat allemaal bij elkaar hoort.

#1 Wat wilde je vroeger worden?
Kleine Marjolein speelde graag schooltje. Met poppen op een rijtje en rekenblaadjes; ik vond het heerlijk en wilde dus juf worden. Inmiddels weet ik dat het lesgeven op de basisschool mij echt niet zou liggen. Die heksenketel? Nee, dank je. Maar dingen helder uitleggen, delen, mensen iets bijbrengen: dat heeft mij altijd getrokken. Ik geef nu gastcolleges en dat vind ik ontzettend leuk.
Mijn keuze voor verkeerskunde ontstond via een schoolopdracht over stadsplanning. Mijn aardrijkskundeleraar zei: “Als je dit leuk vindt, moet je naar planologie kijken.” De open dag leidde mij naar verkeerskunde, en ik was meteen verkocht. Verkeerskunde gaat over gedrag van mensen in beweging. Niet alleen het ontwerp van een stad, maar hoe mensen zich daarin gedragen. En hoe je dát kunt beïnvloeden. Dat vond ik veel interessanter.
#2 Je hebt veel gereisd – welk land heeft je het meest geraakt?
Ik heb mijn hart verloren in Afrika. Van Tanzania tot Namibië, van Ghana tot Sierra Leone – de reizen lieten een diepe indruk achter. Niet alleen vanwege de schoonheid, maar juist ook de confrontatie met armoede en ongelijkheid. Wat mij raakte, is hoe tevreden mensen kunnen zijn met weinig. En hoe je als buitenstaander, ook onbedoeld, authenticiteit verandert.
Ontwikkelingswerk bleef lang door mijn hoofd spoken. Niet als westerling die het wel even komt fixen, maar samen met locals, echt van binnenuit verandering bewerkstelligen. Microkredieten, projecten met blijvende impact – dat past bij mijn wens om duurzaam verschil te maken. De komst van kinderen veranderde mijn pad, maar die droom? Die is nog niet uitgedoofd.
#3 Je werk lijkt zo anders dan reizen of ontwikkelingswerk. Hoe maak jij het betekenisvol?
Door te leren tevreden te zijn met kleine veranderingen, en volhardend te zijn naar mijn doel. Dat is mijn manier van verschil maken. Bijvoorbeeld het werk dat ik doe voor Rijkswaterstaat, waarin ik me inzet voor structurele procesverbeteringen in de hinderaanpak voor renovaties van tunnels en in gebiedsgerichte samenwerking. Veranderingen gaan vaak traag, maar juist dat strategische schuiven, het zorgen dat we toch stappen maken, dat vind ik mooi. Een voorbeeld is een project waarin ik al jaren werk aan een andere manier van samenwerken. Ik zie langzaam echt beweging ontstaan. Natuurlijk niet alléén door mij, maar ik weet dat ik daar echt aan bijdraag. En dat maakt me trots.
#4 Hoe ziet jouw ideale vrije vrijdag eruit?
Die heb ik laatst gehad! De dag begon met een persoonlijke coachsessie, gevolgd door een relaxte saunadag met mijn schoonzusje. ’s Avonds was het tijd voor de vrouwencirkel waar ik deel van uitmaak. Wat we daar doen is moeilijk uit te leggen – het is verbinding, reflectie, spiritualiteit, en tegelijkertijd heel aards. Op andere dagen vind je me met m’n handen in de aarde, lekker tuinieren. Of met een boekje in de zon.
#5 Wat is jouw gouden tip voor de lezer?
Zonder twijfel: luisteren naar je lichaam. Het weet vaak eerder dan jijzelf hoe het met je gaat. Dat is zó belangrijk in deze tijden waarin veel van ons gevraagd wordt. Ik leerde zelf signalen herkennen – van een brok in mijn keel tot lichamelijke spanning – en ontdekte hoeveel rust en richting dat kan geven bij het aanpakken van stressfactoren. Als je leert luisteren naar het fluisteren van je lijf, dan hoeft het niet te schreeuwen. Dat inzicht heeft me enorm veel gebracht.